Terug naar de vorige index

F. Bordewijk


F. Bordewijk - Bint, Roman van een zender

door A. Flatua



F.Bordewijk, Bint, Roman van een zender
in: F. Bordewijk, Blokken, Knorrende beesten, Bint , 's-Gravenhage 1985 23ste druk. p. 77-155.
Tijdschriftpublikatie in De Gemeenschap 1934.
Opdracht: "Aan mijn rector en zijn staf."

Personen:
De Bree: een jonge leraar. Hij is niet groot, maar wel atletisch. Hij is zelfs sterk, hij heeft ook sterke bruine tanden. Hoe atletisch hij is, kan men zien als hij een handdrukwedstrijd houdt. Hij vindt eigenlijk wetenschap belangrijker dan les geven. Dat blijkt uit het gegeven dat hij bezig is met een studie over Anna Maria van Schuurman, een dichteres uit de zeventiende eeuw te schrijven, maar hij twijfelt later aan de kwaliteit van dat onderzoek. Zijn werk is niets nieuws, vindt hij eigenlijk, hij praat andere mensen na. "In deze bladen was De Bree de zender van zijn eigen tijd."(blz. 96) Dat betekent: hij praatte na wat andere mensen in zijn tijd vonden. En dat is weer de ondertitel van het boek.
Hij begrijpt niets van vrouwen en noemt zich vrijwel aseksueel. Onderhuids is dat misschien niet helemaal waar, want toch voelt hij zich tot twee, overigens voor anderen onaantrekkelijke, vrouwen aangetrokken: collega To Delorm en de vrouw van de conciërge.
De Bree bewondert Bint zeer. Hij voelt zich ook wel aangetrokken door diens ideeën. Later twijfelt hij of hij zelf wel streng genoeg was en verbiedt een geïnteresseerde klas om nog vragen te stellen.

Bint: directeur van de school, oud en rietmager. Vijf jaar geleden bedacht hij een nieuw stelsel van tucht of discipline. Hij zette de dertig gekste leerlingen bij elkaar en die vormden, in de woorden van De Bree, 'de Hel'. Die klas ziet hij als zijn hoofdwerk.
Hij is zeer principieel, maar niet goed of slecht. Hij geeft niet om de psyche van een kind, want dat soort denken is volgens hem de "rottigheid van deze tijd." (blz. 106). Hij geeft ook niet om een mensenleven, zullen we later zien. (blz. 110) Later twijfelt hij kennelijk of zijn ideeën wel goed geweest zijn en hij neemt ontslag om de consequenties: de zelfdoding van Van Beek.
Hij is zeer conservatief. In Nederland betekent dat hij een voorstander is van het behoud van de koloniën en van de handelsgeest die het land groot gemaakt hebben. Vroeger was het volgens hem veel beter. Hij wil van zijn leerlingen kerels maken.(blz. 122) Zijn ideeën sluiten aan bij die van de N.S.B., de nationaal-socialistische beweging van Anton Mussert. Die wilde ook de koloniën behouden en terug naar het verleden. Bovendien was deze fascistische beweging een voorstander van sterk gezag van de leider. Voorbeelden daarvan zien we in Hitler-Duitsland en al eerder in het fascistische Italië van de dictator Benito Mussolini.
Hoofdkenmerken van het fascisme zijn een sterk nationalisme, het verheerlijken van de leider en gezag en het geloof in de fundamentele ongelijkheid van de mensen. Bij Bint zullen we dit gedachtegoed ook aantreffen.
Eduard Oswald Bint of E. O. Bint is een anagram. Van de letters van e.o.bint kan men namelijk de naam Benito maken en dat is de voornaam van Mussolini. Mussolini te paard Bint is Mussolini. (Oswald kan een verwijzing zijn naar de Engelse fascistenleider Oswald Mosley.) Ook Mussolini, de zoon van een smid en een onderwijzeres, werd opgeleid tot onderwijzer en in Reggio Emilia stond hij inderdaad enkele jaren voor de klas. Nadat hij enige jaren socialist was geweest, vond hij het fascisme uit. Daarin speelde discipline en het gezag van de leider een belangrijke rol. "Mussolini ha sempre razione", Mussolini heeft altijd gelijk, is een devies dat ook in de klassen van Bint niet zou misstaan. Want Bint heeft altijd gelijk.
Kerels maken was ook een van de grondgedachten van het fascisme. Men had die kerels nodig bij het oorlogvoeren. Ook Mussolini sloeg opstanden neer met behulp van zijn fasci di combattimento, zoals Bint dat doet met behulp van zijn klas.
In dit verband is het wel aardig om te wijzen op de leerling Smeurts, ook een ingezetene van de Hel. Zijn naam is een anagram van Mussert, de leider van de N.S.B. Deze leerling speelt in het boek een zeer ondergeschikte rol, maar dat past goed bij de rol van Mussert, die ook ondergeschikt was aan het bewind van Hitler.

Ook andere namen lenen zich voor interpretatie. To Delorm is vermoedelijk een verwijzing naar Alessandra Antonia Delorme, een vrouw met wie Mussolini een verhouding had voordat Claretta Petacci zijn maîtresse werd. Van Alessandra Antonia (To?) Delorme is bekend dat zij zeldzaam onaantrekkelijk was en men zei dat zelfs de honden een omweg maakten als ze haar zagen aankomen. Ze was overigens werkzaam als collega van Mussolini in het basisonderwijs.

Collega's: Keska, Tulp e.a. Ze zijn allemaal licht bizar, volgelingen van Bint. Voor het verhaal zijn ze niet belangrijk. Alleen met Remigius heeft De Bree een verstandhouding.

Leerlingen: in de Hel zitten bizarre kinderen, die een belangrijke rol spelen in het verhaal. In de andere klassen zijn de leerlingen normaler. Fléau uit de bloemenklas is fraai, voornaam en een onruststoker. Schattenkeinder in de Hel is een vrouw.

Verhaal: De jonge leraar De Bree komt wat les geven op een 5-jarige hbs. Zijn voorganger Schickelgruber is daar weggepest. Klas 4D probeert zijn lessen te saboteren, maar hij krijgt ze klein met straf. Daaruit blijkt al dat hij zelf ook een voorstander van discipline is, net als Bint. De eerste drie uur temt hij alleen maar zijn leerlingen, daarna krijgen ze les. Het resultaat is gelijkmatige vijven.
Behalve klas 4D zijn er ook nog de Bloemenklas, de Grauwe klas en de Bruine klas. Die zijn wat normaler.
De wethouder van de stad is het niet met het algolagnistische beleid van Bint eens en snijdt de financiële middelen en de toelating van leerlingen af. Over twee jaar zal de school dan ook gesloten zijn. Er wordt door Bint een 'masterplan' ontwikkeld, maar dat heeft geen positieve gevolgen.
Op het kerstrapport krijgt de nerveuze leerling Van Beek uit de Grauwe klas als cijfer een drie. Daar zijn allerlei redenen voor: zijn vader is overleden en hij moet thuis helpen. Hij heeft met zelfdoding gedreigd, maar daar trekt men zich niets van aan. Bint verwacht die zelfdoding eigenlijk wel.
In de vakantie springt de jongen in de gracht en overlijdt aan een longontsteking. Leerlingen protesteren. De eerste dag na de vakantie volgt er een opstand: leerlingen gooien met sneeuwballen en stenen de ruiten in. De Hel echter, door Bint georganiseerd, slaat de opstand neer. "De Hel is één wil" (blz. 111). Fléau en de conciërge worden weggestuurd.
In de paasvakantie gaat De Bree met de helft van de Hel op fietstocht. Twee fietsen er weg om een geplande omweg af te maken en worden later door anderen in elkaar geslagen.
De Bree is van plan om ontslag te nemen, maar omdat hij is teleurgesteld in de kwaliteit van zijn eigen boek, blijft hij aan. Bint heeft echter wel ontslag genomen, blijkbaar wegens de dood van Van Beek. Bint wil De Bree niet meer ontvangen, hij is als dood voor de mensen behalve zijn broer Cor Bint. De school is zijn mausoleum.

Tijd: het verhaal wordt chronologisch verteld van november tot september.

Perspectief: De alwetende verteller volgt De Bree, behalve in het hoofdstuk na de opstand. In de les van To Delorm krijgt de Hel namelijk sigaretten van Bint.

Omgeving: De beschrijving van de omgeving ondersteunt de sfeer in het verhaal. De school is somber en grauw en rechtlijnig. Het klaslokaal is een kelder met gewapend glas.

Stijl: de schrijver gebruikt korte zinnen met soms spreektaal , maar wel veel beelden, waardoor de taal toch barok wordt. Men spreekt wel van "gewapend-betonstijl". Hij prijst trouwens het beton tegenover keien en asfalt (blz. 125).
Bizarre namen onderstrepen de vreemdheid van collega's en leerlingen uit de Hel: Whimpysinger, De Moraatz, Jongkind, Neutebeum. En Klotterbooke, Nauta, Van der Karbargenbok.
Gewone mensen hebben gewonere namen. De naam Van Zeveren verwijst naar Joris van Severen, een Belgisch politicus die ook Mussolini bewonderde en in 1931 de oprichter werd van Verdinaso, het Verbond van Dietsche Nationaal-Solidaristen. Karaktertrekken worden doorgevoerd tot in het waanzinnige en dit leidt tot monsterlijke karikaturen van mensen. De sfeer is die van een nachtmerrie.
De opdracht 'Aan mijn rector en zijn staf' is op zijn minst spottend bedoeld. Het is de vraag wat met de 'staf' wordt bedoeld in dit rectale eerbetoon.

Centrale gedachte: de mens wordt ontmenselijkt door de discipline.
Bint is antidemocratisch, hij is een voorstander van staat en macht. Dat past bij de totalitaire staten die in de tijd van bet totstandkomen van het boek opkomen. Hij is ook conservatief, voor het verleden, tegen praten en verbroedering, tegen het moderne, tegen zedenbederf. Dat wijst met name op het fascisme.
De Hel is een leger dat gelijk denkt en daardoor sterker is en dat gebruikt wordt om de verworden maatschappij te hervormen. Op dezelfde manier gebruiken totalitaire staten hun legers.
Ondertitel: het verhaal van een zender: De Bree (normale naam) zendt de gedachten van zijn tijd uit, hij geeft ze door hij is niet origineel. Maar hij houdt te tijdgenoten wel een spiegel voor.

Auteur: F.Bordewijk (1884-1965), advocaat, werkte korte tijd als leraar en haalde daar inspiratie uit. Bekende werken van zijn hand zijn : Fantastische vertellingen, Blokken, Knorrende beesten, Bint. Zijn hoofdwerk is Karakter.
Hij is beïnvloed door de stijl van het tijdschrift Forum, waarin men koos voor een nuchtere houding tegenover de literatuur. Ook is er invloed van het surrealisme.
Bordewijk is de belangrijkste vertegenwoordiger van de nieuwe zakelijkheid in de literatuur.

Eigen mening: ik vond dit een interessant boek. Het is misschien niet spannend in de ouderwetse betekenis, maar er gebeurt een hoop en door de korte zinnetjes kom je niet zo snel in de war. Ik denk zelfs dat het verhaal erdoor wordt vooruitgestuwd. De ideeën spreken me wel aan.


---einde(12-05-2011)---

Terug naar de vorige index