Terug naar de vorige index
Een Marokkaan ontdekt Amerika
door drs. Abdallah de Korte
“Zevenendertig dagen voeren we op deze zee. Uiteindelijk kwamen we in een land
dat door de inwoners Tawalisi wordt genoemd. De bewoners van dit land aanbidden
afgoden.” Dat schreef de Marokkaanse reiziger Ibn Battuta kort na 1350 over de
mensen die hij ver ten oosten van China waarnam. Het is inmiddels aangetoond dat
hij daarmee de inwoners van Amerika bedoelde.
De ontdekking van Amerika
Ibn Battuta was geenszins de eerste die Amerika bezocht. De werkelijke ontdekkers
van Amerika zijn natuurlijk de Indianen geweest. Uit DNA-onderzoek blijkt dat ze
afkomstig zijn uit Mongolië. Volgens sommigen zijn ze omstreeks 40.000 jaar
geleden de Beringstraat overgestoken naar het nieuwe vasteland, maar niet iedereen
is het daarover eens. Het is wel zeker dat er al 11.500 jaar geleden Indiaanse
nederzettingen waren bij het plaatsje Clovis in New Mexico.
Christóbal Colón of Columbus is ten onrechte met de eer gaan strijken van de eerste
ontdekking vanuit de beschaafde wereld. Hij probeerde in 1492 van de Christelijke
jaartelling een kortere weg naar Azië te vinden. Geen bijzondere prestatie: Amerika
is zo groot dat je het nauwelijks kunt missen. Hij meende nog tot zijn dood dat hij in
‘Indië’ beland was. Ver voordat hij deze historische vergissing maakte, waren er al
anderen in Amerika op bezoek geweest.
In 1933 werd in de Toluca vallei in Mexico een Romeins terracotta beeldje van een
mannenhoofd met een baard gevonden. Met stralingsonderzoek werd het gedateerd
op 200 na Christus. Dit is echter de enige zwakke aanwijzing dat de Romeinen in
Amerika geweest zouden zijn en historici hechten er niet veel waarde aan.
Overtuigender zijn de aanwijzingen dat de Noormannen een eiland voor de kust van
Amerika bereikt zouden hebben. Uit de Graenlandinga Saga, een Noorse kroniek,
blijkt dat in 986 Bjarni Herjulfsson op weg naar Groenland in een storm terechtkwam
en in de verte land met groene heuvels zag. Omstreeks 1000 was het Leif Eriksson
die de boot van Bjarni kocht en met 35 man voet aan wal zette op Newfoundland. Op
een plaats die nu L’Anse aux Meadows heet, zijn resten gevonden van zeven
gebouwen in de stijl van de Noormannen. Deze ontdekkers hebben echter alleen het
eiland Newfoundland en niet het vasteland van Amerika bereikt. Ibn Battuta wel.
Ibn Battuta
Abu Abdallah Mohammed ibn Abdallah ibn Mohammed ibn Ibrahim al-Lawati at-
Tandji, beter bekend als Ibn Battuta, was de grootste reiziger van de Middeleeuwen.
Hij bereisde bijna de gehele islamitische wereld en verscheidene gebieden
daarbuiten. Hij werd geboren in Tanger in 703 (1304 christelijke jaartelling). Als lid
van de hogere klasse kreeg hij de gebruikelijke letterkundige en theologische
opleiding. Toen hij 20 of 21 was, begon hij een pelgrimage naar Mekka, die hem
vijfentwintig jaar lang naar vele uithoeken van de aarde zou brengen. Hij bezocht
Syrië en Egypte en keerde terug naar Mekka om te studeren. Hij reisde langs de kust
van Afrika tot Zanzibar en trok vervolgens naar Alanya in het gebied van de
Seldsjoekse Turken.
Ook bezocht hij de kusten van de Zwarte Zee en
Constantinopel (Istanboel). Via Afghanistan reisde hij naar het sultanaat Delhi, waar
hij als kadi (rechter) werd aangesteld op grond van zijn studies in de islamitische
wetgeving in Mekka. Hij raadpleegde in India regelmatig een asceet om zijn
toekomst te vernemen. De man sliep op een bed vol met schroeven; blijkbaar was de
gedachte aan het spijkerbed nog niet tot volle ontwikkeling gekomen.
De sultan van Delhi stuurde Ibn Battuta als ambassadeur naar China. Tot dan toe
was het reizen niet extreem moeilijk doordat een groot deel van Azië en Afrika
islamitisch was en deel had aan dezelfde cultuur, maar nu kwam hij vaker terecht in
gebieden van de ongelovigen. Via de Malediven bezocht hij diverse Chinese steden
en bereikte daarna het hof. Hij schreef over de Chinese gewoontes, de Chinese
cultuur en het Chinese eten. Het kostte hem enige tijd om de verschillende nummers
daarvan uit zijn hoofd te leren. Vanuit China nam hij deel aan verschillende
expedities. Over de onbekende gebieden buiten China zijn de verslagen van Ibn
Battuta moeilijker te interpreteren, maar het is inmiddels wel duidelijk geworden dat
het onder meer om delen van de westkust van Amerika ging.
China
Tussen 1405 en 1433 liet de Yongle keizer van China (eigen naam Zhu Di) een
aantal ontdekkingsreizen uitvoeren om de kusten van de aarde te verkennen. Aan
het hoofd van deze expedities plaatste hij admiraal Zheng He, wiens oorspronkelijke
naam Sanbao was. De resultaten hiervan kennen we gedeeltelijk uit ‘De reizen van
de eunuch Sanbao naar de Westelijke oceaan.’ Zheng He kreeg volgens de
verslagen uit die tijd het commando over een vloot van 200 schepen. Hij bezocht in
de loop van zeven expedities Arabië, Oost-Afrika, India, Indonesië en Thailand.
In zijn tijd waren er overleveringen van een Chinese priester Hoei Shin, die
omstreeks 458 over de Stille Oceaan zou zijn gevaren en terugkwam met het bericht
dat aan de andere kant het land Fusang lag. Het is overigens heel goed mogelijk dat
deze verhalen verzonnen waren, want er is geen enkel archeologisch bewijs voor.
Zheng He werd wel door deze verhalen geïnspireerd en hij probeerde ook de
overkant van de Stille Oceaan te bereiken. Hij volgde daarbij zo veel mogelijk de
kustlijnen van Azië (Kamtsjatka) en daarop aansluitend de kust van Amerika
(Alaska). Zijn schepen waren veel groter dan die van Columbus dus het was voor
hem makkelijker. Een deel van de vloot onder leiding van de kapiteins Zhou Wen,
Zhou Man, Yang Qing en Hong Bao bereikte in 1421 de westkust van het gebied dat
nu de Verenigde Staten heet.
In de twintigste eeuw werd op de bodem van de Sacramento rivier de resten van een
middeleeuwse Chinese jonk gevonden. Onderzoek wijst uit dat hij was gemaakt uit
het hout van een conifeer die wel in China voorkomt maar niet in Amerika. Het is vrij
zeker dat dit een gezonken schip is, dat door de expeditie van Zheng He is
achtergelaten. Linguïsten menen ook in bepaalde indiaanse dialecten sporen van de
Chinese taal te herkennen.
Verslagen
Hoewel ‘De reizen van Sanbao’ geen vermelding maakt van Ibn Battuta, moet hij
Zang He wel gekend hebben. De twee mannen hadden allebei belangstelling voor
reizen. Zheng kwam uit het westen van China en behoorde tot het volk van de Hui,
die allen moslims waren. Hij had net als Ibn Battuta een pelgrimage naar Mekka
ondernomen. Zheng was een vertrouweling van de keizer geworden en werd wel
gezien als één van de belangrijkste moslims in de hoofdstad. Het was onvermijdelijk
dat Ibn Battuta aan het keizerlijke hof aan hem werd voorgesteld. Als ervaren reiziger
werd hij nu een gewaardeerd lid van de laatste expeditie.
Ibn Battuta beschreef de Chinese schepen: “De grote schepen hebben drie tot twaalf
zeilen die zijn vervaardigd van bamboe dat tot matten gevlochten is. Ze worden nooit
neergelaten maar worden gedraaid afhankelijk van de richting van de wind. Deze
schepen werden gebouwd in de steden Zaytun en Sin-Kalan. Ze hebben vier dekken
en bevatten cabines en ruimtes voor kooplieden. Dit is de manier waarop ze gemaakt
zijn: twee parallelle wanden van erg dik hout met daartussen dikke planken die in de
lengte en breedte worden bevestigd met grote spijkers die ieder drie ellen lang zijn.”
In de reisverslagen van Ibn Battuta vinden we omschrijvingen van volken die alleen
maar de inwoners van Amerika kunnen zijn. Langs de noordkust kwam hij het volk
van de Inuit tegen en hun koningin Pah-Lin. Met deze ijskoningin en haar neef Mikal
ging hij op “grote paarden met geweien” jagen. Verder naar het zuiden trof hij een
ander volk aan. “Ze zijn moedig en dapper en hun vrouwen rijden paard, werpen
speren en vechten mee met de mannen. De meeste vrouwen kleden zich slechts in
een enkele lendendoek die hun lichaam bedekt van de navel naar beneden. De rest
is onbedekt.” “Alle mensen voeden zich met een vis die op de lamoen lijkt. Hij heeft
rood vlees zonder vet, dat ruikt als schapenvlees. De meeste bomen zijn
kokospalmen waarmee de bewoners zich voeden, samen met de vis die we hiervoor
noemden. Deze kokospalmen zijn wonderbaarlijk en dragen twaalf maal per jaar
vruchten.” Schelpen werden als betaalmiddel gebruikt. Uit al deze gegevens blijkt wel
dat de vloot van Zheng ter hoogte van Californië is gekomen, waar de indianen op
een vergelijkbare manier leefden.
Maar de duidelijkste aanwijzing is wel de beschrijving van de mensen zelf. “Ze
hebben een knap uiterlijk en lijken enigszins op de Turken. De meesten hebben een
rode huid.” (editie Van Leeuwen blz. 298)
Na vijfentwintig jaar in vreemde landen te hebben doorgebracht hoorde Ibn Battuta
dat zijn vader was overleden. Hij keerde terug naar Marokko. Hij maakte nog reizen
naar El Andaluz (Islamitisch Spanje), naar Mali en Timbuktu. Het jaartal van zijn
overlijden is niet bekend maar we weten dat hij stierf tijdens een pestepidemie die
tussen 1368 en 1377 woedde. Waarschijnlijk heeft hij evenmin als later Columbus in
de gaten gehad dat hij een nieuw werelddeel had betreden en dat hij één van de
eersten was die daar voet op het vasteland zette.
Literatuur:
The travels of Ibn Battuta editie H.A.R. Gibb, 3 dln1929
Ibn Battoeta, De reis, vertaling Richard van Leeuwen, Amsterdam-Leuven 1997
De reizen van de eunuch Sanbao naar de Westelijke oceaan, Beijing 2006
Dreyer, E. L., Zheng He: China and the Oceans in the Early Ming, 1405–1433
(Library of World Biography Series 2006)
---einde(12-05-2011)---
Terug naar de vorige index
|